In Rotterdam is een opvallende verschuiving gaande in de vastgoedmarkt. Waar beleggers enkele jaren geleden nog massaal huizen opkochten om te verhuren, zien makelaars nu steeds meer investeerders hun panden van de hand doen. Een combinatie van lokale en landelijke maatregelen heeft het rendement op vastgoed aanzienlijk verminderd, waardoor het eigendom minder aantrekkelijk is geworden voor beleggers. Een voorbeeld hiervan is te zien aan de Wolphaertsbocht in Rotterdam-Zuid.
Een karakteristiek pand aan de Wolphaertsbocht, eigendom van vastgoedinvesteerder Mohammed Kaurkey, staat al twee maanden te koop. Ondanks de sfeervolle details en de ruime mogelijkheden heeft hij nog geen koper gevonden. De vraagprijs van bijna vier ton lijkt aantrekkelijk, maar geïnteresseerden moeten rekening houden met minstens een ton aan extra investeringen voor renovatie.
Kaurkey, die het pand vijf jaar geleden kocht als belegging, kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn investering. “Iedereen wilde toen vastgoed kopen om te verhuren, het was een echte hype. Maar die tijd is voorbij. Ik had verwacht er meer aan te verdienen,” zegt hij.
De impact van strengere regelgeving
De veranderingen in de vastgoedmarkt hangen samen met diverse maatregelen die het verhuren van woningen minder lucratief maken. In Rotterdam geldt sinds 2022 opkoopbescherming in zestien wijken, waaronder veel delen van Zuid. Deze maatregel verplicht kopers om zelf in de woning te gaan wonen, waardoor panden minder interessant zijn voor verhuurders.
Daarnaast heeft de landelijke overheid de overdrachtsbelasting voor beleggers verhoogd en afgelopen zomer een puntensysteem ingevoerd dat de maximale huurprijs van woningen bepaalt. Hierdoor kunnen verhuurders niet langer de hoogste huurprijzen vragen. Deze veranderingen hebben een aanzienlijke invloed op het rendement van vastgoed.
Investeerders stappen uit de markt
Volgens makelaar Steven Hansen van Kolpa van der Hoek Makelaars zetten steeds meer beleggers hun panden te koop, niet alleen in Rotterdam-Zuid maar in de hele stad. “We zien dat het rendement op vastgoed daalt. Verhuurders hebben te maken met hogere belastingen en kunnen niet meer rekenen op maximale huurprijzen,” zegt hij. Ook de onzekerheid rond langlopende huurcontracten speelt een rol. “Particuliere eigenaren weten niet wanneer ze hun vastgoed weer kunnen verkopen als huurders blijven zitten.”
Een recente klant van Hansen besloot zelfs zijn volledige portefeuille van 30 tot 40 woningen te verkopen. “Voor sommige investeerders is verhuren simpelweg niet meer rendabel,” voegt hij toe.
Schaarste op de huurmarkt
Ook Nick Forger van Ooms Makelaars bevestigt deze trend. Wanneer huurpanden leegkomen, worden ze vaak direct verkocht. Dit geldt niet alleen voor grote beleggers, maar ook voor particuliere investeerders. Hoewel deze ontwikkelingen nog geen directe invloed hebben op de huizenprijzen – de vraag blijft groter dan het aanbod – heeft de verhuurmarkt er wel onder te lijden. Steeds meer huurwoningen verdwijnen, wat zorgt voor een krimp in het beschikbare aanbod.
Tegelijkertijd bereikt de opkoopbescherming een deel van haar doel: de nieuwe kopers zijn vaak gezinnen die hun eerste woning betrekken. Toch roept de situatie vragen op over de balans tussen de koop- en huurmarkt. Terwijl gezinnen profiteren van de beschikbaarheid van woningen, blijft de vraag naar huurwoningen onverminderd groot.
Een veranderende markt
De vastgoedmarkt in Rotterdam weerspiegelt een bredere trend waarin regelgeving de positie van investeerders onder druk zet. Hoewel de nieuwe regels bijdragen aan betaalbare koopwoningen, werpen ze ook een schaduw over de toekomst van de huurmarkt. Met beleggers die zich terugtrekken, lijkt de dynamiek in de stad voorgoed veranderd.